Micro-projet "Chiro'Act"
Atlas transfrontalier des chauves-souris et bases d'un Plan d'action transfrontalier - Grensoverschrijdende vleermuizenatlas als basis voor een grensoverschrijdend actieplan
Un des objectifs de ce projet transfrontalier est un partage des connaissances et des données sur l'ensemble du territoire concerné par le projet. Un atlas a été créé sous la forme de 26 cartes interactives, de type "leaflet", permettant à tous de consulter ces données librement. Vous pouvez visualiser et naviguer dans les cartes interactives de cet atlas en cliquant sur le nom d'espèce dans la liste ci-dessous.
Een van de doelstellingen van dit grensoverschrijdende project is het delen van kennis en gegevens in het hele projectgebied. Er is een atlas gemaakt in de vorm van 26 interactieve "leaflet"-kaarten, zodat iedereen de gegevens vrij kan raadplegen. U kunt de interactieve kaarten in deze atlas bekijken en erdoor navigeren door op de soortnaam in de onderstaande lijst te klikken.
Le projet regroupe les principales structures œuvrant à l’étude et à la protection des chauves-souris à l’échelle du territoire transfrontalier de la Flandre (Régionaal Landschap Houtland, Natuurppunt), de la Wallonie (Natagora) et du Nord et Pas-de-Calais (CMNF). L’objectif de ce projet est d’améliorer les connaissances et les actions de préservation des chauves-souris.
Het project Chiro’Act brengt de belangrijkste actoren samen op gebied van vleermuisbescherming en studie in Vlaanderen, Wallonië en le Nord en Pas-de-Calais in Frankrijk. Het doel is het uitwisselen van kennis en ervaring op gebied van vleermuizenbescherming, onderzoek en verspreiding.
Atlas de répartition des chauves-souris
En tout 26 cartes leaflet interactives ont été réalisées :
- 23 cartes pour les 23 espèces présentes dans la zone du micro-projet,
- 3 cartes pour le regroupement des Nyctalus, Plecotus, et Myotis mystacinus-brandtii-alcathoe
Les points ont été déplacés au niveau de centroïde d’un maillage de 5km sur 5km dans le but de préserver la localité précise des espèces pour éviter tout risque de dérangement des populations.
Vleermuizenatlas
In totaal werden 26 interactieve leaflet kaarten geproduceerd:
- 23 kaarten voor de 23 soorten die voorkomen in het microprojectgebied,
- 3 kaarten voor de groepering van Nyctalus, Plecotus en Myotis mystacinus-brandtii-alcathoe.
De punten werden verplaatst naar het middelpunt van een raster van 5 km bij 5 km om de precieze locatie van de soorten te behouden en elk risico op verstoring van de populaties te vermijden.
- Barbastella barbastellus
- Eptesicus serotinus
- Myotis mystacinus-brandtii-alcathoe
- Myotis mystacinus
- Myotis brandtii
- Myotis alcathoe
- Myotis bechsteinii
- Myotis dasycneme
- Myotis daubentonii
- Myotis emarginatus
- Myotis myotis
- Myotis nattereri
- Nyctalus sp.
- Nyctalus lasiopterus
- Nyctalus leisleri
- Nyctalus noctula
- Pipistrellus khulii
- Pipistrellus nathusii
- Pipistrellus pipistrellus
- Pipistrellus pygmaeus
- Plecotus sp.
- Plecotus auritus
- Plecotus austriacus
- Rhinolophus ferrumequinum
- Rhinolophus hipposideros
- Vespertilio murinus
Protocoles de recherches et de suivi
Les 4 structures partenaires du micro-projet Chiro'act ont pré-défini une liste d’espèces présentant d’importants enjeux au niveau transfrontalier. Il s’agit soit d’espèces peu communes dont la répartition est mal connue, soit d’espèces menacées et d’intérêt communautaire (Annexe 2 directive habitat), soit de groupes d’espèces communes mais semblant être de plus en plus impactées par les activités humaines.
Nous avons dans un premier temps ciblé les espèces suivantes :
- Murin des marais, espèce très rare dans notre région, utilise surtout les réseaux de canaux pour se déplacer et chasser.
- Espèces migratrices (les pipistrelles, les sérotines, les noctules) : ces espèces sont en déclin au niveau européen et sont très sensibles au développement des éoliennes. Les équipes flamandes ont développé une méthode de recherche de certaines espèces sur le littoral, il nous semble important de partager ce savoir-faire pour l’adapter aux autres territoires frontaliers.
- Espèces liées aux bâtiments (Grand Rhinolophe, Murin à oreilles échancrées, pipistrelles, sérotines, oreillards). Caractérisation de l’habitat, recherche des colonies d’été dans les combles et greniers, réflexion sur le risque de disparition des gîtes avec les rénovations énergétiques de l’habitat.
Dans le but de suivre et de comparer de façon commune l’évolution de ces espèces à l’échelle de nos régions, 5 protocoles ont été réalisés :
- La meilleure méthode de recherche de la Sérotine bicolore en période automnale (NL-EN-FR)
- La recherche de sites de swarming (NL-FR)
- Recherche de murin des marais au détecteur sur l’Escaut (NL-FR)
- Baguage (métal / couleur) du Murin à oreilles échancrées (en swarming ou en colonie) (NL-FR)
- Inventaire hivernal (NL-EN-FR)
Protocollen voor onderzoek en monitoring
De 4 partnerorganisaties in het microproject Chiro'act hebben vooraf een lijst opgesteld van soorten die een grote grensoverschrijdende uitdaging vormen. Dit zijn ofwel zeldzame soorten waarvan de verspreiding slecht bekend is, of bedreigde soorten van communautair belang (bijlage 2 van de Habitatrichtlijn), of groepen van soorten die algemeen voorkomen maar in toenemende mate lijken te worden beïnvloed door menselijke activiteiten.
In eerste instantie richtten we ons op de volgende soorten:
- Moerasrombout, een zeer zeldzame soort in onze regio, die voornamelijk gebruik maakt van kanaalnetwerken om zich te verplaatsen en te jagen.
- Trekvogelsoorten (pipistrelles, serotines, noctules): deze soorten gaan op Europees niveau achteruit en zijn erg gevoelig voor de ontwikkeling van windturbines. Vlaamse teams hebben een methode ontwikkeld om bepaalde soorten aan de kust op te sporen, en we vinden het belangrijk om deze knowhow te delen zodat ze kan worden aangepast aan andere grensgebieden.
- Soorten gelinkt aan gebouwen (Grote Rhinolophe, Steltkluut, Pipistrelles, Serotines, Oorwormen). Karakterisering van de habitat, zoeken naar zomerkolonies op zolders, rekening houden met het risico van het verdwijnen van broedplaatsen bij de renovatie van energiezuinige woningen.
Om de evolutie van deze soorten in onze regio's te volgen en te vergelijken, zijn er 5 protocollen opgesteld: